Oorsprong Makkum

 

Geschiedenis van Makkum

Nu de koningin op 30 april een bezoek brengt aan Makkum is het een mooie gelegenheid om eens dieper op de geschiedenis van Makkum in te gaan.


De koningin
Aan de hand van de route welke ze gaat volgen kunnen we stilstaan bij een aantal historische plaatsen en daarbij de link leggen naar de eerder vertelde onderwerpen.

Op www.koninginnevereniging.nl vinden we het volgende plaatje
Route van de koningin
De route begint aan de wokumerdijk op de haven van Makkum. Zij passeert daar de oude buitenhaven met daaraan de grote scheepswerfhal van de vries. Aan de rechterkant zien we een straat genaamd "alde syl", dit was ongeveer de plaats waar een van de voormalige sluizen in de zuiderzee uitkwam. Even verderop zien we de straat genaamd "schans", hier lag in de tachtigjarige oorlog een schans welke door de watergeuzen bezet is geweest maar door Capsar de Robles weer eenvoudig werd terugveroverd. Deze schans gaat vermoedelijk veel verder terug dan 1572, het is mogelijk de plaats geweest waar het romeinse "Castellum Flevum" lag. Vervolgens passeert de koningin de makkumer sluis welke circa 1550 gebouwd is ter vervanging van een meer noordelijk gelegen sluis ter hoogte van het plein. Na de sluis slaat ze rechts af de voorstraat in. Deze straat zal na 1550 in zijn huidige glorie ontstaan zijn. Er vestigden zich gegoede kooplui zoals de Kingma's en de Britzels. De Kingma's werden later ook bekend door de Kingma's bank welke aan de overkant aan het vallaat gevestigd was.

Aan de overkant vanaf de sluis gezien ligt een klein wit huis waar eens het Buma-huis stond. De bewoner was rijk geworden met zijn schip de Vigilante en schonk ook een deel van zijn fortuin aan het Buma-museum in Leeuwarden. Na door de waagsteeg gewandeld te zijn zien we het imposante waaggebouw, een symbool van de bloeiende handel rond 1600. Bij de markt aangekomen kunnen we teruggaan naar de vroegste geschiedenis van Makkum, dit deel van Makkum werd vroeger Statum genoemd en zoals eerder gezegd is dit de meest waarschijnlijke plaats waar we het voormalige Dorestad moeten zoeken. Het water rechts van de markt (de turfmarkt) liep door via de markt en het plein en waterde door een sluis uit in de voormalige zuiderzee. Deze sluis zal ongeveer gelegen hebben waar nu het restaurant in het voormalige postkantoor staat. Vanuit deze plaats regeerden de eerste koningen van Friesland en vertrok de eerste graaf van Holland (Gerulf)) naar zijn nieuwe overzeese gebiedsdelen. Via de kerkstraat verlaat de koningin weer het dorp Makkum. Eerst loopt zij dan nog langs de vermaningssteeg, waar een geheime vermaningskerk heeft gestaan. Als de koningin nog even verder doorgelopen was had ze ook het voormalige Maggenheim kunnen bezoeken. Hier is nog goed de terp te zien waarop de huidige hervormde kerk gebouwd is.


Haven te Makkum
De haven van Makkum met zicht op de makkumerwaard. Schans te Makkum
De oude schans te Makkum waar in de tachtigjarige oorlog de geuzen op de vlucht gingen voor de uit het noorden oprukkende spanjaarden onder aanvoering van Caspar de Robles. We zien in het midden duidelijk de splitsing van de grote zijlroede naar links het vallaat en rechts de markt. NB. Deze tekening uit 1572 laat waarschijnlijk niet de volledige bebouwing van Makkum zien.


Het vallaat te Makkum
Gezicht op het vallaat vanaf de sluisbrug met links de voorstraat en rechts het vallaat. In de verte zien we de aardewerkfabriek van Tichelaar en het witte "Buma"-huisje. Rechts is nog net de gevel te zien van de voormalige Kingma's bank.
Het vallaat te Makkum2
En dezelfde plaats een aantal eeuwen terug.


Markt te Makkum
Gezicht op de markt met de waag en in de verte een molen aan de grote zijlroede voor de boerderij Altena.
NB. Hier is de markt nog nog open en verdeeld in de appel- en de vleesmarkt.

In het vijfde huis van rechts is ooit het idee voor dit verhaal ontstaan.


Markt te Makkum2
Hier de zelfde (appel)markt maar het water is gedempt en tot plantsoen gemaakt.
Zijlroede te Makkum
Rechts de markt en links het vallaat vanaf de grote zijlroede gezien.
Makkum in vogelvlucht
Een deel van Makkum (Statum) vanuit de lucht gezien. (Rechtsboven is een deel van de Holle Poarte te zien welke in werkelijkheid elders ligt) (bron: VVV Makkum)


Castellum
Een oude bron met daarin de vermelding van het romeinse Castellum Flevum.
Volgens deze bron zou deze Schans ergens tussen Harlingen en Stavoren gelegen moeten hebben. Gezien de bodemgesteldheid in het verleden komt Makkum hiervoor het meest in aanmerking. N.B. Hiet staat dat de Romeinen in Friesland dijken en bruggen aan legden. Waarschijnlijk zijn zij ook de bouwers van de eerste sluis in Dorestatum!

Hoezo Dorestatum?

Idereen heeft op school geleerd dat het oude Dorestad bij Wijk bij Duurstede lag. We moeten dus eerst aantonen dat het daar niet lag, en vervolgens moeten we aantonen dat het in Makkum lag. Nu zijn er meerdere onderzoekers welke proberen aan te tonen dat Dorestad niet bij Wijk bij Duurstede lag, en ze komen natuurlijk ook met alternatieven waaronder de plaatsen Audriuq in Frans Vlaanderen en Rhenen bij de Grebbeberg. Hiervoor gaan we eerst terug naar de al eerder genoemde Delahaye. Hij beweert dat Dorestad onmogelijk bij Wijk bij Duurstede gelegen kan hebben. Hiervoor geeft hij de volgende opsomming: NB. Hierbij maak ik gebruik van een aantal feiten en argumenten van Delahaye, maar dat wil absoluut niet zeggen dat ik het met de rest van zijn fantasieen eens ben!

Wijk bij Duurstede is niet het antieke Dorestadum.
In 1978 heeft Dr.W.van Es (directeur van de ROB.) in Spiegel Historiael, speciaalnummer over Dorestad, op blz. 109 toegegeven dat er in Wijk bij Duurstede geen enkel archeologisch bewijs is gevonden voor de determinatie Dorestadum. Na zo'n bekentenis houdt in feite de hele discussie rondom Wijk bij Duurstede op! Zie de bevindingen van andere historici bij Citaten over Wijk bij Duurstede en de Noormannen .
Dorestad(um) was een oude stad, groot en belangrijk, was een castrum, een versterkte stad met zeehaven, lag op de oever van het Almere, in het land van de Friezen, aan de kust gelegen, in de monden van de Renus, waar de Engelse monniken aan land kwamen, bezat vele kerken (er worden er wel 55 genoemd!) en kloosters, veel priesters en nonnen en veel armen, had een eigen muntslag en koninklijke tol, is een periode bisschopsstad geweest en lag in Francia, tussen Sainte-Maixence en Amiens en tussen Colonia (Coulogne) en Atrecht (Arras). Dorestad moet een belangrijke en grote sociale bovenlaag in de bevolking hebben gehad, die over een groot gebied algemene bekendheid genoot. Dorestad wordt door de Geograaf van Ravenna in 670 de hoofdstad van de Fresones genoemd. Aan geen enkele van deze ruim TWINTIG kenmerken in de vele teksten genoemd, voldoet Wijk bij Duurstede. Archeologisch is daarvan in Wijk bij Duurstede ook nooit iets teruggevonden of gebleken. De laatste opgravingen van Van Es in 1994 laten eenzelfde beeld zien als die uit 1978. Men heeft er NIETS gevonden, geen enkele bewijs die de traditionele visie kan bevestigen. In een oorkonde uit 779 waarbij de abdij van St.Germain-des-Pr?s tolvrijheid kreeg van Karel de Grote, wordt Dorestadum genoemd in Francia. Midden Nederland heeft nooit tot Francia behoort. De langdurige en kostbare opgravingen te Wijk bij Duurstede hebben geen enkel bewijs opgeleverd dat het oude Dorestad er lag. Integendeel, de opgravingen hebben op spectaculaire manier aangetoond dat zij op essenti?le punten afwijken van hetgeen uit de historische bronnen over Dorestad of Dorestadum bekend is. Er is geen spoor van een kerk gevonden, terwijl er meerdere moeten hebben bestaan. Door zo'n kapitaal feit te verdoezelen is er gewoon sprake van publiekelijk bedrog. De plaats Dorestad heeft na de verwoesting van de Noormanen een vervolg gekend en was niet, waar men in Nederland altijd van uitging, in 863 volledig verwoest. In een akte uit 974 wordt de reeds vroeger verleende tolvrijheid bevestigd. Deze akte paste nooit in de Nederlandse interpretatie en is dan ook altijd stilzwijgend onder tafel gebleven. Het oude Dorestad heeft een bewoningscontinu?teit en heet nu AUDRUICQ, een plaats in het noord-westen van Frankrijk. De naam Audruicq is via Odrewic en Dorewic (wic-vicus = plaats/stad) rechtstreeks van Dorestad afgeleid en heeft vanzelfsprekend zoals alle plaatsnamen sinds de 7e eeuw, een verandering ondergaan. Kijk voor de ware feiten over deze opgraving bij "Archeologie" Het in Franse bronnen genoemde Dorestad(um) werd in Nederland ge?nterpreteerd als Wijk bij Duurstede. Immers, als men Karel de Grote naar Nijmegen haalt, St.Willibrord naar Utrecht en men de Noormannen deze gebieden laat plunderen, dan moet ook Dorestad hier ergens gelegen hebben. Dorestad was middels de teksten over de Noormannen onlosmakelijk met Noviomagus verbonden. Nu is aangetoond dat het Noviomagus van Karel de Grote niet Nijmegen was en het Trajectum van St.Willibrord niet Utrecht geweest kon zijn, zal ook Dorestad in de authentieke streek geplaatst moeten worden. ST. WILLIBRORD, apostel van de FRIEZEN, heeft nooit in Utrecht gezeteld, maar had zijn missie-bisdom in Frans Vlaanderen en Belgisch West-Vlaanderen. In zijn tijd woonden er geen Friezen in het midden en noorden van Nederland. Het ALMERE, waaraan Dorestad lag, was niet de Zuiderzee, maar het bevond zich in het noord-westen van Frankrijk. Het is toch niet uit te leggen dan een zo belangrijke ZEEhaven halverwege een erg kronkelige rivier (de Oude Rijn) landinwaarts gelegen zou hebben? Op een knooppunt van wegen? Welke wegen? Aan de Lek? De Lek bestond nog niet ten tijde van de Oude Rijn! Van de grote stad Dorestad (de stad had volgens teksten wel 55 kerken!) is in Wijk bij Duurstede niets teruggevonden. Wel is een 10e/11e eeuwse nederzetting van vissers teruggevonden, prcies zoals de kroniek van Kamerijk het meedeelt. Het is nooit archeologisch of middels klassieke schriftelijke bronnen aangetoond dat dit dorpje het Karolingische Dorestad geweest zou zijn. Er ontbreken 55 kerken en 3 a 4 eeuwen bewoningsgeschiedenis sinds de 8e eeuw!

De argumenten welke hier genoemd worden spreken voor zich. Alleen moeten we vraagtekens zetten bij de plaatsbepaling. Alles wat met de friese en nederlandse geschiedenis in het eertse milennium te maken had werd door Delahaye in Noord-Frankrijk geplaatst. Dit is echter niet vol te houden. Zoals we zagen breng ik dorestatum in verband met Statum in friesland. Dit lijkt mij waarschijnlijker dan 'Audruicq'. Zeker als we weten dat het huidige Friesland in het eerste Millenium niet onder, maar boven de zeespiegel lag. Delahaye beweert dat Friesland toen niet bestond, maar het bestond wel zeker, het was juist een van de rijkste en dichtbevolkste delen van West Europa, zoals ook uit de vele goud- en zilvervondsten mag blijken.

Om alle argumenten eens op een rijtje te zetten:

Folkert was waarschijnlijk familie van Graaf Gerhart van Friesland welke ook bezittingen aan het klooster schonk in dit gebied.

(Zie Henstra in Friese graafschappen tussen Zwin en Wezer)
 

Folkert was waarscijnlijk familie van de friese graaf Gerhart en daarmee een Gerulfing, zie Henstra, Friese graafschappen tussen Zwin en Wezer.

  • 1. Dorestad(um) was een oude stad
    --> Dat geldt ook voor Makkum, opgravingen geven aan dat er al bewoning was voor onze jaartelling Lees dit citaat van j.sieswerda op http://members.chello.nl/~j.sieswerda/eng/pingjum/ned/h02.htm :
    Op het rijpe kwelderlandschap woonden ook hier in de terpentijd de mensen op hogere gronden langs de vele slenken en geulen. De stijgende zeespiegel dwong hen de bodem plaatselijk op te hogen tot de terpen ontstonden. Vele vondsten spreken van een bewogen historie. Het geometrisch versierde aardewerk uit de laatste eeuwen v.C. is gevonden te Witmarsum, Arum, Kimswerd, Hichtum en Idsegahuizen. Terra sigillatie en bronzen voorwerpen uit de eerste eeuwen n.C., de Romeinse tijd, werden gevonden te Kimswerd en Arum en ook te Makkum en Idsegahuizen. Zgn. Angelsaksich vaatwerk uit de 5de tot en met de 8ste eeuw is aangetroffen te Kimswerd, Arum en Witmarsum. Gouden munten uit deze eeuwen (Romeinse munten of germaanse imitaties daarvan) stammen uit Arum, Witmarsum, Lollum en Kornwerd. Alle vondsten wijzen op afwisseling van eigen ontwikkelingen en vreemde invloeden. Het agrarische bestaan leverde produkten voor de handel.

     
  • 2. groot en belangrijk
    --> Makkum is en was groter dan vele van de 11 friese steden. Plaatsen als Amsterdam en Rotterdam bestonden nog niet...
  • Makkum bestond uit de aaneenschakeling van een aantal terpen, de Haitsmaterp in het noorden, daarna de Martinusterp(=Maggenheim), dan de Lieuwkematerp, mogelijk nog een terp ten westen daarvan, verder naar het zuiden de terp aan de markt en dan hebben we de schans nog tussen de twee sluizen. Beide sluizen zorgden voor de afwatering via de kleine, repectievelijk de grote Zijlroede (ook wel Leije genoemd). In die tijd was dit verkeerstechnisch vergelijkbaar met een vierbaans snelweg van tegenwoordig. Dit leidde later zeker tot veel nijverheid waarvan de oudste geschiedenis niet bekend is. Er was reeds vroeg scheepsbouw en pottenbakkerij waar Makkum nu nog steeds wereldberoemd om is. De lange handelsgeschiedenis mag blijken uit straatnamen als turfmarkt, vleesmarkt, botermarkt en appelmarkt.
     
  • 3. was een castrum
    --> In Statum lag ooit een schans welke we nog als straatnaam 'Schans' tegenkomen. Mogelijk was dit het eerder genoemde Castellum Flevum.
    De versterking (schans) vinden we nog op een tekening uit 1572
    Schans te Makkum
     
  • 4. een versterkte stad met zeehaven
    --> De haven is er nog steeds, tegenwoordig aan het ijsselmeer maar voor de aanleg van de afsluitdijk was het een zeehaven aan de zuiderzee. Een leuk detail is dat de zuiderzee ten zuiden van statum lag, de noordzee ten noorden en de oostzee ten oosten...
     
  • 5. aan de kust gelegen
    --> Direct aan de waddenzeekust
    Deze ligging maakte het voor de vikingen ook zo gemakkelijk om Dorestad bij verrassing en meermaals aan te vallen. Als ze helemaal naar Wijk bij Duurstede hadden moeten varen waren ze allang van te voren opgemerkt en konden ze nog tegen gehouden worden.
     
  • 6. in de monden van de Renus
    --> De rechtermonding van de Rijn kwam uit in het Vlie welke langs Makkum naar de zee uitstroomde
    Op een oude kaart wordt zelfs de Rijn getoond als de tak welke tegenwoordig bij Utrecht als Vecht bekend staat en via de zuiderzee naar Friesland stroomt. Deze kaart is duidelijk met enige fantasie getekend op basis van de toenmalige kennis! De Rijn

    En wat te denken van onderstaand plaatje? Een Rijn in zuidwest-Friesland! De Friese Rijn
     
  • 7. waar de Engelse monniken aan land kwamen
    --> Ze konden vanuit Engeland makkelijk het Vlie vinden, terwijl ze via andere waterwegen (Maas, Waal, Lek, IJ, etc..) eerst langs moerasgebieden moesten varen om in de bewoonde wereld te komen.
     
  • 8. bezat vele kerken (er worden er wel 55 genoemd!) en kloosters,
    --> Er zijn er nu nog 5 kerken, maar het is aannemelijk dat het er meer zijn geweest en dat in dit getal ook de kerken in de omgeving zijn meegeteld.(Engwier, Kornwerd, Wons, Schraard, Longerhouw, Schettens, Exmorra, Allingawier, Bolsward, Idsegahuizen, Piaam, Tjerkwerd, Parrega,Ferwoude, Workum etc.. Deze kerken zijn op het vlakke Friese land vanuit Makkum duidelijk te zien!
    Kerken rond Makkum

    Ook was er tot ca 1470 een klooster in Makkum!
  • Dit lag achter de pothuissteeg waar nu de straat tichelwerk ligt. In de 17de eeuw werd het land daar nog het klooster genoemd. In de 60-er jaren van de vorige eeuw is daar een groot stenen fundament uitgegraven wat van dit klooster geweest zal zijn. Helaas heb ik daar geen foto's of andere informatie van kunnen vinden.

    Klooster in  Makkum
     
  • 9. veel priesters en nonnen en veel armen,
    --> Logisch met al die kerken en kloosters. Voor de reformatie moesten die kerken door priesters gerund worden. Na de reformatie is er ook nog steeds een katholieke gemeenschap in Makkum gebleven.
     
  • 10. had een eigen muntslag en koninklijke tol,
    --> gedegen archeologische opgravingen in Statum zijn naar mijn weten nooit uitgevoerd.
    Naast de vele ambachten welke in Makkum bestaan hebben is muntslag ook goed mogelijk. Ook in Makkum is in het verleden aantoonbaar aan tolheffing gedaan.

    Een opmerkelijk onderzoek is gedaan door de engelse muntoloog Simon Gouldman. Bij een invenrarisatie van de gevonden munten in en om Wijk bij Duurstede bleek dat de gevonden munten welke in Dorestatum geslagen waren, vrijwel allemaal geslagen zijn tussen de jaren 790 en 840. Uit de periode daarna is niets gevonden. Hieruit concludeert Gouldman dat de economische aktiviteit in Wijk bij Duurstede in 840 ten einde was gekomen. Echter zijn er in Friesland nog vele munten uit de periode 840-850 gevonden welke in Dorestad geslagen waren. Bijvoorbeeld in Tzummarum zijn er meer dan 2000 gevonden. Als Wijk bij Duurstede uitgestorven was, waar werden die munten dan geslagen? In Dorestatum in Friesland? Citaat van Gouldman:

    Munten wijk bij Duurstede

    Munten wijk bij Duurstede
    Munten wijk bij Duurstede

    Gouldman was zelf blijkbaar nog niet op het idee gekomen dat er meer aan de hand was!
     
  • 11. is een periode bisschopsstad geweest
    --> Dan is de zetel later waarschijnlijk verplaatst van de St.Martinuskerk in Makkum naar de St. Maartenskerk in Utrecht!
    Mogelijk was hier sprake van een bisdom van de Ariaanse Christenen welke voor het jaar 700 in Friesland voorkwamen. De dood van koning Radboud was het begin van de herkerstening van deze Ariaanse Christenen naar het Rooms-katholieke geloof. Daarnaast werd Utrecht ook niet direkt bisschopsstad toen Bonifatius en Willibrord hier kwamen. De overgang van Ariaans naar Rooms wordt ook waarschijnlijk gemaakt vanwege het feit dat o.a. in Makkum de kerk gewijd is aan Martinus, een heilige welke het Arianisme met volle overtuiging bestreed!
     
  • 12. lag in Francia,
    --> De Franken hebben de Friezen in de 8ste eeuw overwonnen en daarmee kwam Friesland in het Frankische rijk van Karel de grote te liggen.
    Dorestad werd zelfs een persoonlijk eigendom van Karel de Grote. Mogelijk dat de oorspronkelijke naam van Makkum, Maggenheim, Huis/erf van Carolus Magnus betekent. Of van de eerste door Karel aangestelde Potestaat Magnus Forteman?
     
  • 13. tussen Sainte-Maixence en Amiens en tussen Colonia (Coulogne) en Atrecht (Arras).
    --> Dit is een interpretatie van Delahaye welke hij op geen enkele wijze overtuigend heeft weten aan te tonen.
     
  • 14. Dorestad moet een belangrijke en grote sociale bovenlaag in de bevolking hebben gehad, die over een groot gebied algemene bekendheid genoot.
    --> Niet voor niets woonde de koning er, en later de graven zoals Magnus Forteman, Gerulf de oudere en de jongere.

    Maar ook de grootgrondbezitter Folkert woonde waarschijnlijk in deze buurt als we zien waar zijn bezittingen lagen:
    (bron: Weetgierig ok Nifterlaca.nl)
  • 15. Dorestad wordt door de Geograaf van Ravenna in 670 de hoofdstad van de Fresones genoemd.
    --> Het zal dus zeker in Friesland gelegen hebben en wel op een strategische plek.
    Kijken we nu in de omgeving van Wijk bij Duurstede dan zien we stroomafwaarts van de Rijn het plaatsje Vreeswijk liggen (nu onderdeel van Nieuwegein (aan de Lek)). Volgens plaatselijk onderzoek vestigden zich hier de eerste bewoners rond 650 aan de Wiersdijk (Een Wier is in Friesland een verhoogde heuvel met daarop een stins/kasteel ter verdediging tegen vijanden). Het ging hier om Friese handelaren. Als dit plaatsje Friesenwijk werd genoemd dan mogen we toch wel aannemen dat het niet in Friesland lag. Dan is het merkwaardig dat de hoofdstad van Friesland zelfs nog 20 kilometer verderop ligt. Dus nog verder buiten Friesland. Dit kan toch niet???
     
  • 16. Aan geen enkele van deze ruim TWINTIG kenmerken in de vele teksten genoemd, voldoet Wijk bij Duurstede.
    --> Wijk bij Duurstede niet, maar Statum/Makkum wel
     
  • 17. Archeologisch is daarvan in Wijk bij Duurstede ook nooit iets teruggevonden of gebleken.
    De laatste opgravingen van Van Es in 1994 laten eenzelfde beeld zien als die uit 1978.
    Men heeft er NIETS gevonden, geen enkele bewijs die de traditionele visie kan bevestigen.
    --> Opgravingen in Makkum/Statum zouden meer licht kunnen werpen op deze kwestie.
    Hierbij moeten we ons echter realiseren dat Dorestad meerdere malen door de vikingen geplunderd is en er van koninklijke schatten dan ook niet veel meer over kan zijn. Wel zal men sporen van (houten) bebouwing terug moeten kunnen vinden en mogelijk ook munten en kleine gebruiksvoorwerpen. Deze opgravingen zullen midden in het oude centrum van Makkum moeten gebeuren en dan moet er net weer een huis afgebrand zijn en men de noodzaak dan inzien. Er zijn mij geen van dergelijke opgravingen bekend.
    (Een geschikte plaats voor onderzoek is het achterdijkje ter hoogte van het voormalige postkantoor. Waarschijnlijk heeft hier de oudste sluis van Statum gelegen en is die gedempt en dus nog terug te vinden... Deze plek is relatief eenvoudig te onderzoeken doordat er daar genoeg ruimte tussen de bestaande bebouwing is. )

    Enig onderzoek is er ondertussen wel bekend:
    - Aan de markt (het centrum van Statum) heeft men bij een opgraving de structuur van een terp ontdekt.
    - Bij de aanleg van een steiger heeft men oude paalrestanten gevonden ter hoogte van de oorspronkelijke sluizen.

    Misschien dat men na het lezen van dit stuk wat uitgebreider gaat zoeken!

     

Tot zover de argumenten van Delahaye. Een nog serieuzer onderzoek vinden we bij de eerder genoemde heer dr.Dr. Bruijnesteijn van Coppenraet. Hij gaat er ook van uit dat Dorestad niet bij Wijk bij Duurstede lag. Hij denkt echter dat het bij Rhenen onder aan de Grebbeberg lag. Oostergo en westergo zouden dan de Utrechtse heuvelrug en de veluwe zijn. Bronnen spreken van Westriche en Austriche. (Austriche is waarschijnlijker Zuidergo en Ostriche is dan Oostergo!)



Dorestate.

Dorestate is ongetwijfeld de meest bekende van de oud-Friese plaatsen. We hebben allemaal op de lagere school geleerd dat Wijk bij Duurstede zijn naam dankt aan het daarbij gelegen voormalige „Dorestad”. Het is tegelijkertijd ook de minst oude van de hier behandelde plaatsen. Noch de Peutingerkaart, noch Ptolemeus, noch Antoninus kennen Dorestate. Maar Ravennas kent het wel. In zijn algemene inleiding, waarin hij de wereld in uren indeelt, blijkt Dorestate zelfs zo belangrijk te zijn dat het als pars pro toto voor het land der Friezen een hele tijdzone vertegenwoordigt:

Op het tweede uur van de nacht ligt een deel van Germania, ofwel Dorostates, het land der Frixones, waarachter eilanden liggen in de oceaan. 54

In de eigenlijke tekst 55 geeft hij een omschrijving waar de gevestigde geschiedschrijving grote problemen mee heeft:

Hij vertelt eerst dat in Francia Rhenensis langs de Rhenus een reeks plaatsen ligt, eindigend met Beurtina (Birten), Troia (Xanten), Noita (Nijmegen), Coadulfaveris (Meinerswijk), Evitano (Wijk bij Duurstede), Fletione (Vechten), Matellionem (Leiden). Tussen haakjes staan de traditionele identificaties met moderne plaatsen. Vervolgens deelt hij ons mede dat de Rhenus uitmondt in zee bij Dorostate in het land der Friezen. Dat Dorestate in een ander land ligt dan de eerder genoemde plaatsen is geen probleem: de Rhenus is de grensrivier en Dorestate ligt aan de andere kant. Maar hoe kunnen Fletio en Matellio stroomafwaarts van Dorestate/Evitano (beide „Wijk bij Duurstede” !) liggen als Dorestate bij de riviermond ligt ?

De enige verklaring lijkt me, dat Ravennas zijn gegevens heeft ontleend aan bronnen uit verschillende tijdperken, hetgeen niet verwonderlijk is als men leest hoe hij zich telkens verantwoordt voor zijn bronnen. Dorestate was een kustplaats tijdens een transgressie, de plaatsen ten westen daarvan horen thuis in de tijd van de Romeinse regressie. Dit zwalken tussen transgressie en regressie verklaart waarschijnlijk ook waarom Ravennas Dorestate in het land der Frigones noemt, nadat hij even te voren meldde dat Nocdac en Bordonchar de twee enige plaatsen daar waren.

Dorestate komt veelvuldig voor in de oude bronnen, de eerste maal in 697 bij een veldslag tussen de Frankische vorst Pepijn II en de Friese leider Radbod. Het heet dan een castrum, een vesting, verdedigbare plaats.

(697.) Vorst Pippinus voerde een leger aan tegen de Frisiones en hun leider Radbod, een wilde en heiden, die de waarschuwingen van vorst Pippinus dikwijls naast zich neergelegd had, en die de grenzen van zijn vorstendom teisterde met herhaaldelijke invallen. Na dus een leger bijeengebracht te hebben zette hij (Pippinus ?) een kamp op bij de vesting genaamd Dorestadum. Hij (Radbod ?) trad hem met een sterke legermacht tegemoet en ging de strijd aan, waarbij de Frisiones, die zich onder de trotse leiding van Radbod in slagorde haastten, een grote nederlaag leden, en Pippinus als overwinnaar over hun op de vlucht gedreven leider Radbod uit de strijd kwam. En zo is de overwinnaar, na onnoemelijk veel buit genomen te hebben, naar huis teruggekeerd. 56
(716.) Ook hier, hoewel hij, gesterkt door geestelijke bewapening en gesteund door werelds vermogen, de gaven van beide levens allerminst ontbeerde, is hij vertrokken, twee of drie broeders met zich meenemend, wier lichamelijke en geestelijke steun hij nodig had. En zo heeft hij geweldige delen van de aarde bereisd, dolblij met het gelukkig makende gezelschap van zijn broeders. Hij bereikte een plaats waar een markt van koopwaar was, en die nog steeds met de oude benaming van de Angli en de Saxones Lundenwich heet. Na een snelle regeling voor de thuisreis der zeelieden, is hij ijverig als heel nieuwe opvarende, met toestemming van de schipper, aan boord van een schip gegaan. Na betaling van de vaarprijs is hij met gunstige wind aangekomen in Dorstet. Daar bleef hij een tijd lang en verrichte dag en nacht de aan de Here God verschuldigde verkondiging. 57

Rond die tijd (volgens de boekjes in 719) komt Dorestate definitief in handen van de Franken. Meer dan een eeuw horen we nu nauwelijks iets over deze plaats. Een gedicht uit 780 of 781 wekt een sombere indruk over de gastvrijheid aldaar:

(ca 780.) Briefje, begeef je in snelle vaart over de oppervlakten van de zee en zoek met de wind de machtige mondingen van de visrijke Rijn; ga de zee op, waar de snelle golven rollen. Dat je boeg door een heel lange kabel geleid moge worden, opdat je achtersteven niet door een snelle tegenstroom gegrepen wordt. Als mijn Abricus [bisschop van Utrecht 780-784] je op de stroom tegemoet snelt, zeg hem haastig: gegroet, koeienrijke priester ! In Traiectum verschaft prior Hadda je voor niet meer dan een nacht honing, soep en boter. Friesland brengt namelijk geen olie of wijn voort. Hijs vanhier je zeilen, mijd Dorestate en laat het liggen. Want daar bereidt de zwarte Chrodberg je wellicht geen gastvrij onderdak. Pas op, de gierige koopman is niet op jouw lied gesteld. – – – 58

Vanaf 834 komt Dorestate echter prominent in het nieuws. Het is een triest relaas van opeenvolgende vernielingen door de noormannen. Blijkbaar weet het na elke golf weer op te veren, maar het leven moet er een hel geweest zijn. Het valt buiten het bestek van dit betoog alle desbetreffende vermeldingen te citeren. Het werd een grote en alom bekende plaats, aangeduid als vicus (dorp) en emporium (markt, handelsplaats), maar ook als villa, waarbij de vertaling van het Latijnse villa = landgoed kennelijk niet meer van toepassing is, en we eerder moeten denken aan het Franse ville = stad (zie de beschrijving in het citaat uit 838 hier beneden).

Rond 850 schonk Lotharius, koning der Oost-Franken, het gebied aan de de noorman Rorik, en sindsdien behoorde Dorestate, een halve eeuw lang tot het vikingrijk. Dat stond niet in de weg, dat het een centrum van het christendom bleef. De noormannenleiders kregen meermalen ruzie met het moederland, en zo kon het gebeuren dat in 863 de Dani een raid hielden langs de Rijn en daarbij ook Dorestad de genadeklap gaven:

(863.) In de maand januari trokken de Dani per boot de Rhenus op naar Colonia. Ze verwoestten de marktplaats genaamd Dorestatus, maar ook de grote „villa” waar de Frisii hun toevlucht gezocht hadden, doodden vele kooplieden der Frisii en namen een groot aantal mensen gevangen, totdat ze een zeker eiland bij de vesting Novesium bereikten. Lotharius en de zijnen van de ene zijde van de Rhenus en de Saxones van de andere kant trokken erheen en bleven er tot begin april. Op raad van Roric vertrokken de Dani vandaar zoals ze gekomen waren. 59

De bewoners worden hier voor het laatst Frisii genoemd. Dorestate wordt nadien nog slechts sporadisch vermeld. Het verliest zelfs zijn oude naam en wordt nog slechts aangeduid als de vicus: Wijk.

(ca. 838, maar geschreven ca. 1020.) In datzelfde jaar begon dan ook de voorspellende preek van de zalige bisschop in vervulling te gaan. Want de noormannen, dat zijn „de mannen uit het noorden”, bijeen als het zand van de zee, zijn de zee overgestoken en afgestevend op de stad genaamd Dorestate, die nu Wijk heet en ooit groot was en waarin naar men zegt ter ere van God en zijn heiligen wel 55 kerken gebouwd waren. Zij gingen aan land en plunderend en brandschattend verwoestten ze het volledig, maakten veel buit en voerden de bevolking in gevangenschap. Vervolgens zijn ze door het hele land gevaren, en de heilige kerk teisterend en neerhalend zijn ze naar huis gegaan. Maar na enkele jaren zijn ze teruggekomen, hebben de stad Traiectum gewapenderhand ingenomen en hebben daarbij niemand ontzien en geen muur om tegen te plassen laten staan. Zo is het gekomen dat na de dood van de bisschoppen heer Alfrix, de broer van de zeer heilige martelaar Fredericus, en Liudger, daar het volk van het platteland verdreven was, de gouw en de stad er verwoest, vereenzaamd en verlaten bij lagen, totdat de goddelijke barmhartigheid de vrome Baldricus als priester over die plaatsen stelde, in wiens tijd, hoewel niet gelijk aan de oude, toch wel goede muren verrezen zijn. 60
(948.) In naam van de heilige en ondeelbare drievuldigheid. Otto, koning door de voorzienigheid van Gods genade. Het is de moeite waard dat alle gelovigen aan de kerkelijke overheden en aan de verzoeken van vrome mannen gehoorzamen. Daarom hebben wij, het verzoek van de eerwaarde Baldricus bisschop van de heilige kerk van Traiectum inwilligend, hem alle inkomsten toegekend, die de kerk van de koningen die ons voorgingen of van welke andere gelovigen dan ook gekregen heeft, te weten de tienden van alle koninklijke goederen, tollen en munterijen die tijdens zijn episcopaat ge?nd worden en daarenboven van de belastingen die huslatha en cogsculd* genoemd worden, alsmede de bezittingen in de stad die voorheen Dorestate, maar nu Wijk genoemd wordt en in alle andere plaatsen tussen genoemde stad en de zee en op de eilanden en overige aan zee gelegen provincies, die door keizers en koningen aan voorschreven kerk van Traiectum gegeven zijn. Dit bevestigen wij ingevolge voorschrift van onze immuniteit, bepalende dat niemand de bevoegdheid mag hebben enig dezer zaken af te nemen, maar dat ze eeuwig onaangetast van kracht moeten blijven. 61 * huslatha = ? (huuslaet = horige huisknecht); coggeschult = belasting op de koggevaart (op het Almere).
(ca. 1020.) Voorts heeft de keizer het goed Winden, gelegen in het bisdom Mainz en in het graafschap van de Paltsgraaf, onder wiens beheer dit goed valt, aan deze kerk [sc. van Keulen ?] toegekend. Evenzo heeft hij ook het goed Wijk, gelegen in het bisdom Traiectum en in de gouw Opgooi met al zijn toebehoren aan de kerk gelaten. En daarenboven heeft hij een aantal roerende zaken en een voorraad goud en zilver voor de verfraaiing van de kerk aan de zalige Heribertus gegeven. 62
Afbeelding B

De naam van Dorestate komt voor met -status, -stadus, -statum en -stadum (wel te verstaan: in de nominatief, de accusatiefvorm is uiteraard altijd met een m als laatste letter). Doorslaggevend is natuurlijk de aanduiding op de ter plaatse gemaakte munten: Dorestatus in het Latijn, Dorestate in de volkstaal. 63

Zoals gezegd is na 863 de rol van deze plaats uitgespeeld. Ze wordt blijkbaar overgenomen door die van Utrecht als religieus centrum.

Op de ontstaansgeschiedenis van het Friese Utrecht, en de vraag in hoeverre Traiectum daarmee ge?dentificeerd mag worden ga ik hier niet in. Kreijns en Pirson 2 hebben daarover reeds hun licht doen schijnen.

Een discussiepunt is echter nog wel, waar Dorestate nu eigenlijk precies lag. Zoals reeds gezegd, wordt traditioneel Dorestate gelijkgesteld met Wijk bij Duurstede, of althans een vlak daarbij gelegen plaats.

Voor Delahaye is Dorestate gelijk aan Ouderwijk (Audruicq) in Frans-Vlaanderen.

Voor de semi-traditionele visie is vooral een citaat van 847 van fundamenteel belang. Er blijkt uit, dat Dorestate negen mijl stroomafwaarts van de Vicus Meginhardi aan de Rhenus lag:

(847.) Overigens hebben de nordmanni de christenen her en der geteisterd, en de graven Sigirus en Liutharius aangevallen, en zijn zij de rivier de Rhenus opgeroeid, negen mijl voorbij de vicus Dorestatus tot aan de vicus Meginhardi, en zijn na daar buit behaald te hebben teruggegaan. 64

Vicus Meginhardi is etymologisch hetzelfde als Meinhards Wijk (vergelijk Reginald = Reinoud; Reginbodo = Reinboud, enz.). In en om Meinerswijk (Arnhem-zuid) zijn inderdaad zowel een grote Romeinse legerplaats als een woonoord uit de vroege middeleeuwen gevonden. Over die identificatie kan dus nauwelijks twijfel bestaan. De vraag is nu, wat voor mijlen er bedoeld zijn. De Rijn is voorzien van kilometerpalen. De Vicus Meinerswijk lag bij km 885,5. De veronderstelde plaats van Dorestate bij de splitsing Kromme Rijn – Lek is bij km 928, een afstand dus van 42,5 km. Daarvoor zouden mijlen van ruim 4700 m nodig zijn. Met Romeinse mijlen van 1480 m komen we uit bij km 899, dat is bij de Wageningse berg. Leug? van 2495 m 65 brengen ons bij km 908, en dat is precies bij de Grebbeberg. De eerste mogelijkheid lijkt mij nauwelijks serieus te nemen, maar de twee andere opties zijn beide zeer geloofwaardig. Het betreft twee hoge, transgressiebestendige locaties, de zuidelijke punten van resp. Ooster- en Westergouw. Daar de Grebbeberg het meest zeewaarts gelegen is en bovendien de hoogste van de twee is, lijkt die me het meest in aanmerking te komen. Bovendien is de Grebbeberg als archeologische vindplaats geen onbekende ! 66 Er is trouwens nog een flink bezwaar tegen Wijk bij Duurstede. Ravennas zegt heel nadrukkelijk dat Dorestate aan de Friese, dus de noordelijke kant van de Rijn lag. En Wijk bij Duurstede ligt in de splitsing van Rijn en Lek, dus aan de zuidkant van de Rijn, ook (of juist) als men rekening houdt met de veranderingen in het trac? van die rivieren. Er kan ook geen verwarring tussen Rijn en Lek zijn: ook volgens de traditionalisten lag immers zelfs Traiectum (Utrecht) na 697 aan de Frankische kant. Daardoor kon in dat jaar aldaar voor Willibrord een bisschopszetel gecreeerd worden. Onder de Rijn moet dus duidelijk de huidige Oude en Kromme Rijn verstaan worden.

Nu is deze opmerking van groot belang voor de bepaling van de plaats van Dorestad:

en zijn zij de rivier de Rhenus opgeroeid, negen mijl voorbij de vicus Dorestatus tot aan de vicus Meginhardi

Nu kunnen we hier echter ook iets anders lezen! De heren zijn de Rijn opgeroeid en wel op negen mijl voorbij Dorestad, tot aan Meginhard.

Met andere woorden, negen mijl voorbij Dorestad kon men de rijn opvaren!!! (Als we goed lezen is dat ook wat er staat!)

Als de mijl dan zoals gezegd 2495 meter was dan gaat het dus om 22,5 kilometer. Gaan we bij Makkum deze afstand naar het zuiden varen dan komen we precies bij Stavoren.

Op oude kaarten zien we dat daar een splitsing is, naar het zuidoosten kunnen we de IJssel op, naar het zuiden naar het Almere en verder richting Vecht/Utrecht, en naar het westen richting het huidige Noord Holland. De huidige IJssel is ook wel de derde (noordelijkste) arm van de Rijn genoemd. Met andere woorden, Dorestatum lag dus waar nu Makkum ligt.

Een ander heel sterk argument is de naam "Dorestatum". Als we naar 'Dore' kijken kun je denken aan het friese 'de ore' oftewel de andere, maar zoals ook door anderen al bedacht is betekent het friese 'Door' niets naders dan 'Deur'! Als we 'Statum' afleiden van het latijnse 'plaats' of 'plek' dan hebben we het dus over een plaats met een deur! Bij een recent bezoek aan Makkum ging eindelijk het lichtje branden: Het zijn de sluisdeuren waar we aan moeten denken! In Makkum vinden we nu nog steeds een schutsluis welke al in 1572 op de kaart van Makkum stond. De huidige sluis is een vervanging voor de sluis welke iets noordelijker aan het plein heeft gelegen. Omstreeks 1550 werd die oude sluis te klein en waarschijnlijk kon men deze niet vergroten door de omliggende bebouwing. Deze oude sluis moet dus nog veel ouder zijn. Nu kennen we verschillende soorten sluizen, het vaak 'zijl' genoemde type welke voor de afwatering van overtollig water zorgde en een soort klapdeur was welke automatisch sluit bij hoog water en opengaat bij laag zeewater, een soort ventiel dus. Het andere type werd ook verlaat genoemd en werd gebruikt voor het schutten van schepen. De huidige sluis in makkum is van dit type en de straat welke er naar toe leidt heet nu nog het Vallaat! Voor zo'n type waren echte deuren nodig. Het zou dus goed kunnen dat we hier met een van de eerste schutsluizen in Nederland te maken hebben. Zo'n schutsluis zorgt er namelijk voor dat er een binnenhaven kan ontstaan met een waterstand welke onafhankelijk is van eb en vloed. Hierdoor kunnen de schepen continu laden en lossen, maar ook is de weg naar het binnenland via water eenvoudiger begaanbaar. Hierdoor wordt het dus een economisch aantrekkelijk plek, continu vervoer van de zee naar de binnenlanden en handel van de friese binnenlanden met andere streken werd mogelijk. Daarnaast lag het op het knooppunt van de weg over land en het Vlie welke zoals eerder vermelde verbinding vormde tussen scandinavie en Engeland met Belgie en Duitsland. De verklaring voor de economische bloei van Dorestad is hiermee duidelijk. Dit alles is ook het recept waar Amsterdam en Rotterdam groot mee zijn geworden. Als we beter naar die plaatsen kijken zien we dat ze gevormd werden rond een dam in de monding van een rivier of afwateringssloot. Echter het was niet de dam welke het succes bracht, maar juist de sluis in de Dam!! Hierdoor onstond een binnenhaven met een verbinding naar de buitenhaven, net zoals in Dorestad. Met Dorestad liep het helaas wat minder af, door eerder genoemde verzanding van de kust en de plunderingen door de Noormannen.

Als we er van uit gaan dat Dorestad gelijk is aan het latere Statum dan vallen er heel wat puzzelstukjes op hun plaats. Om er een paar te noemen: De hoofdstad van Friesland was de plaats waar de eerste Friezen aan land gingen, het lag op een kruispunt van wegen (water- en land-wegen), het was een versterkte plaats, het had een zee-haven, was hoogstwaarschijnlijk ook door de romeinen als Castellum Flevum in gebruik totdat de Friezen het weer terug veroverden. Het was de residentie van de koningen welke daar ook hun bezittingen hadden.

Dorestad viel in de handen van de Franken toen Karel Martel de oorlog met de friezen won.

Een ander aspect wat ook naar voren is gekomen is dat er sprake was van een bisschopszetel.

Dit zou er op kunnen wijzen dat voor de komst van Willibrord er al een christelijke gemeenschap was in Friesland! En we hebben allen op school geleerd dat koning Radboud een heiden was.

Er zijn echter aanwijzingen dat Radboud in feite een zeer religieus man was, hij geloofde in een God ( of meerdere goden?) aan het hiernamaals en ook onder zijn nazaten vinden we een aantal religieuze bekendheden terug, zoals Sint Radboud, Gunther bisschop van Keulen en misschien ook wel Liudger. In die tijd heerste er een strijd tussen twee christelijke stromingen, de katholieken en de arianen. De Arianen betwijfelden de godheid van Jezus terwijl de katholieken uitgingen van de heilige drieeenheid. Veel Germaanse stammen hingen de Ariaanse godsdienst aan. De Franken waren echter overtuigd katholiek. Nu hadden de Franken als patroonheilige Sint Martinus van Tours. Dit was een man die in grote eenvoud leefde en welke een groot bestrijder was van heidendom en ketterisme, zoals het Arianisme. Zowel in Makkum als in Utrecht vinden we een St. Maartenskerk, dit zou er op kunnen wijzen dat deze kerken door de Arianenbestrijders hernoemd zijn. Als koning Radboud een Ariaan was geeft dat toch een heel ander licht op de zaak en mogen we zelfs vermoeden dat de katholieke kerk deze Radboud liever als een barbaar en heiden afschilderde. Ook zou het kunnen betekenen dat we de voorloper van het bisdom Utrecht dus vinden in Dorestad.
Koning Radboud
Laten we weer eens wat verder in de tijd gaan. Naar het jaar 800. Karel de grote heerste in Europa, maar had een probleempje in Italie. Dit werd hardhandig opgelost door de friezen onderleiding van Magnus Forteman uit Almenum. Zij veroverden Rome terug op de Gothen.

Als dank hiervoor zouden de Friezen hun friese vrijheden hebben gekregen. Ze gingen weer terug naar Friesland en Magnus werd als held binnegehaald. Nu zou hij ook door Karel als eerste Graaf (eigenlijk Potestaat) van Friesland zijn aangesteld. De zetel van zijn 'Graafschap' is niet bekend, maar zou dat niet Dorestad kunnen/moeten zijn?

Het frappante is nu dat juist in Makkum naast Statum ook de buurtschap Maggenheim bestond. De verklaring voor deze naam heb ik nooit kunnen vinden. Nu is Maggenheim verbasterd tot Makkum. Zou Maggenheim dan niet een verbastering zijn van Magnusheim? Nou wordt er aan het hele verhaal van Graaf Magnus door veel geleerden getwijfeld. Toch vinden we juist in de gemeente waar Makkum in ligt (Wunseradiel) een sterke aanwijzing in een zegel welke op het gemeentehuis bewaard is met daarop de tekst 'Sas Magnus Dux Frisonum'. Dat doet vermoeden dat hij in Wunseradiel zijn zetel als Graaf/Potestaat had.

Zie ook de achterkant van het zegel!

zegel_wonseradeel zegel_wonseradeel

Ook kan het zijn dat het om Karolus Magnus gaat, deze had Dorestad als een persoonlijk bezit in handen. Misschien dat hij hier dan ook een gebouwtje had staan in Magnusheim.
Of nog een mogelijkheid, Magnus betekent Groot en dan zou Magnusheim de plaats zijn van de grote, lees belangrijke heren, en dus een soort regeringsplaats.En dan kan het

ook nog een heiligdom geweest zijn voor Hercules Magusanus. Een plaatselijke variant van de God Hercules welke hier in de romeinse tijd ook voor kwam.

Nu kan men zich tegenwoordig wat dit betreft afvragen waarom Makkum niet de hoofdplaats is van de gemeente en dat dit Witmarsum is, een klein boerendorpje.

Er is altijd rivaliteit wat dit betreft geweest tussen Witmarsum en Makkum. Dit kunnen we begrijpen als we ontdekken dat Witmarsum al in de Romeinse tijd bestond, aan de Marne lag en dat we lezen dat er toen een belangrijke havenplaat bestond genaam 'MarneManneshaven'. Deze havenplaats zou heel goed het tegenwoordige Witmarsum kunnen zijn. Volgens de bronnen lag Marnemanneshaven aan de noordkant van de Marne, als we nu weten dat de Marne zich bij Witmarsum splitste in een oostelijke en een zuidelijke richting dan ligt Witmarsum redelijk aan de Noordzijde van die splitsing naar het zuiden. Deze zuidelijke tak liep tussen Pingjum en Witmarsum door en is later afgedijkt en vormden Pingjum en Witmarsum samen een van de eerste omdijkte gebieden van Nederland.

Nu zijn de beide rivalen opgenomen in de gemeente ZuidWest- Friesland en is het te hopen dat de hoofdplaats Sneek niet het hele archeologische budget ter meerdere eer en glorie van zichzelf gaat gebruiken!


Created: 2011-02-06 17:08:42